Zorgen aan de zee

Mijn mannen staan naar de zee te kijken.
De eerste zonnestralen van de dag zijn er.
Er ruist een zacht briesje frisse zeelucht over onze gezichten.
Jonah loopt over het strand en verzamelt krabbenpoten.
Gerd loopt met Eli in zijn nek langs het water.

Ik sta vanop een afstandje naar hen te kijken.
Ik voel de wind prikken in mijn oog.
Ik besef hoe broos dit kleine geluk is.
We moeten straks onze vakantie sneller stopzetten.
En ik ben nog aan het bedenken hoe ik dit het best zal vertellen aan de kinderen.
De neuroloog wou geen risico lopen.
En ik wil het liefst ook nog van dit mooie uitzicht kunnen blijven genieten.
We worden dus deze namiddag al terug in Aalst verwacht voor onderzoeken en een cortisonebehandeling.
Zo loop ik geen blijvend risico om letsels over te houden aan mijn oogzenuw.

Ik wou dat ik mijn zorgen even kon meegeven aan de zee.
De last en onzekerheid is zwaar om te dragen.
Ik wil het liefst alles wat op mijn hart ligt in de golven gooien.
Misschien spoelt het dan wel ergens anders aan.
Of schuurt het zeewater de ruwe kantjes weg en krijgen we iets hanteerbaarder in de plaats.
Ondertussen blijven we elkaar dragen.
En uitkijken naar een periode met wat meer licht.





Reacties