Kleine, grote mannen

Pepe komt grote broer halen om naar school te gaan en vraagt:
"Ben je klaar om te vertrekken?"
Grote broer kruist zijn armen en zegt vol overtuiging:
"Nee pepe, we moeten eerst nog even praten"
"Over wat dan?"
"Over de zon, de regen en de wolken."

Een kleine man die wil praten als de grote mannen.
Steeds vaker wil hij grote mensen imiteren: poetsen, zitten op een grote stoel, naar het werk gaan,...
En hij wil alles zelf doen, wat meer tijd kost maar we laten hem proberen. Broeken achtersom, veters uit de schoenen, jas half aan,... maar het lukt hem,...min of meer.

Iemand is blij met zijn prijs 😊 #momlife #kleinelezer #watwiljijlaterworden @kapiteinwinokio

Een foto die is geplaatst door Audrey Van Den Bremt (@audrey_en_drie_kerels) op



Grote broer won onlangs het boek van Kapitein Winokio: Wat wil jij later worden met cd ( na ontelbare keren de studio 100 cd, eindelijk wat gedoseerde vrolijkheid!). Na aandachtig het boek te bestuderen, vroeg ik hem wat hij later wilde worden.
"Boer" zei hij "dan mag je met de modder spelen en de dieren"
Ik ben zo benieuwd naar wat nog zal komen.
Zal hij "boer" worden? Of architect, verpleger, dokter, fabrieksmedewerker, verkoper,...?
Wat hij ook wil worden, ik hoop dat we hem steeds kunnen steunen en ondersteunen.

De hele vraag over 'wat wil je worden' deed me nadenken over mezelf.
Ik heb zelf lang moeten zoeken naar mijn weg.
Na het secundair onderwijs koos ik uit volle overtuiging voor taal en letterkunde.
Ik had een grote liefde voor boeken en schreef zelf graag kleine stukjes.
Ik startte met veel enthousiasme. Tot het tweede semester.
We lazen het boek 'De wereld is een dansfeest' geschreven door Arthur van Schendel.
Het halve semester waren we in de weer met het ontleden van het boek. Ieder woord werd meermaals bekeken vanuit elk perspectief. Bij een passage over een kraai bleven we een uur lang stil staan over wat de schrijver misschien met de kraai wou zeggen. Mijn liefde voor het boek, die eerst heel groot was, verdween steeds meer.
Ik kon me niet van de gedachte ontdoen: wat als die kraai gewoon een kraai is? Wat als de schrijver in zijn tuin gewoon een kraai zag? Of kraaien mooie dieren vond? Wat als we maar blijven zoeken naar iets dat er niet is?
Enige tijd later besloot ik dat ik mezelf niet volledig kon ontplooien in die richting.
Maar het was niet voor niets.
Iets wat ik later zeker aan mijn kerels wil meegeven is dat ze steeds naar meer mogen zoeken. Maar soms mag een kraai gewoon een kraai zijn.

Ondertussen zitten we opnieuw met een zieke babybroer. Gelukkig blijven mijn kereltjes steeds even vrolijk.
We waren toch bijna 2 weken ziektekiemvrij. Miscchien moeten we toch maar eens een steriele bubbel aanschaffen waarin we de kindjes stoppen.

Reacties